- Wil en Wet -
Jij hoort mijn wet,
En je grijnst.
Ik zie jou verzet,
En ik glunder.
Je ogen,
Zoeken mijn blik.
Je tast af,
Tot waar je kan gaan.
Tot net over de grens
Genieten van een spel tussen beiden.
Dansend op een touw.
De grijze zones schemeren.
Jij flirt met mijn woorden.
Een ruimte voelbaar.
Tussen wat ik uitspreek en toelaat.
Ambivalentie die zich toont.
Hoe kan ik.
Een grens aanreiken.
Iets bepalen?
Iets opdringen?
Mijn wil is geen wet.
Dat wil ik niet.
Mijn wil is een verlangen.
Mijn wil is niet bepalend.
Ik wil jou overtuigen, overreden.
Een verschil niet te verdragen.
Een spel dat zich afspeelt
Tussen verlangen en Wet.
Zelf verpletterd
Moeten is dwang.
Elke vraag is verlangend.
Elke wil is wet.
Ik plaats een vraagteken,
en gehoorzaam niet.
Aan wat voorgeschreven wordt.
Aan wat gevraagd wordt.
Hoe verknopen ze zich,
Hoe staan ze los van elkaar?
Hoe kan ik er weg van komen?
Niet verpletterd, niet in strijd.
Hoe kan verschil bestaan.
Elk een keuze
Andere posities.
Beiden vrij.
Soms gehoorzaam,
Een vraag.
Gewoon een vraag,
Zonder meer.